De familie Carbasius- ook Seylmaker genoemd – was een regentenfamilie uit Hoorn. Sinds 1916 is de familie te vinden in het genealogische naslagwerk Nederland’s Patriciaat. De naam Carbasius is synoniem met Velius, wat de Latijnse vertaling van de naam Seylmaker is. Een interessant artikel door J.F. Wendte beschrijft de levens van de eerste voorouders in deze tak. Link naar een pdf: De zestiende-eeuwse herkomst van het Hoornse geslacht Carbasius: Honderd jaar pottenbakkers
De oorsprong: Claes Holler (±1480–1517) en zijn nakomelingen
In het begin van de zestiende eeuw vinden we Claes Holler, een handelaar in Hoorn. Hij huwde met Stijn Claes Holler en kreeg onder meer Pieter Claes Holler († 1525), ook wel “Pieter Claes Pottebacker” genoemd – verwijzend naar zijn ambacht als pottenbakker. Pieter trouwt met Lijsbet, en uit dit geslacht komt onder andere Jan Claes Holler, die als schipper werkzaam was en trouwde met Beatris.
Een andere zoon, Nanning Claes Holler ( overleden 1533), trouwde met Griet Hesis, en “Jonge” Claes Holler, schipper op Monnickendam, huwde Meijnu Ellertsdr.
De tweede generatie: Pieter Claes Pottebacker en Lijsbet
Pieter Claes Holler (Pottebacker) († 1525) en Lijsbet leverden ook nazaten:
- Jan Pietersz Pottebacker (ca. 1500–1545), die met Lijsbet Pieters Pottebacker trouwde. Samen kregen ze onder andere:
- Aecht Pietersdr († ca. 1530), die huwde met Cornelis Dirck Heynsz.
De derde generatie: Jan Pietersz Pottebacker (1500–1545)
Jan Pietersz Pottebacker, trouwde met z’n naamgenote Lijsbet Pieters Pottebacker. Zij kregen kinderen:
- Claes Jansz Pottebacker (geboren ca. 1520), die in het huwelijk trad met Ludu Egberts, dochter van Egbert Jansz. (lakenslijter) en Evrou Thijssesdr.
- Geertje (Guerte) Jansdr Pottebacker, die het huwelijk aanging met:
- Dirck Thonisz (overleden vóór 1578)
- Broer Harmensz (getrouwd vóór 31 mei 1578)
Lijsbet Pieters hertrouwde circa 1546 met Elbert Jansz Pottebacker (ook Blocker of Potgen), een steen- en pottenbakker uit Blocker, zelf weduwnaar.
De Vierde generatie: Claes Jansz Pottebacker (ca. 1520–?)
Claes Jansz Pottebacker en Ludu Egberts kregen vier kinderen, waaronder:
- Egbert Claesz Pottebacker, pottenbakker in Hoorn, die rond 1580 trouwde met Geert Cornelisdr Merens.
- Geertje Claesdr Pottebacker (overleden 1592–1593), die in 1580 huwde met koopman Gerrit Melisz, actief in zeep, huiden en kaas.
- Jan Claasz Seylmaker (geboren circa 1560), later bekend onder de Latijnse naam Carbasius. (zie generatienummer 5).
- Griete Claesdr (ca. 1565–1623), die huwde met Dirk Cornelisz Waerden, zeepzieder en van 1594 collector van verpondingen in de ban van Hoorn.
De Vijfde generatie: Jan Claasz Seylmaker (Carbasius) (ca. 1560–1591)
Jan Claasz, zoon van Claes Pottebacker, maakte een opwaartse carrière in Hoorn. Oorspronkelijk genaamd Seylmaker, veranderde hij zijn naam in het Latijn naar Carbasius, een gebruik dat door latere generaties werd overgenomen. Geboren rond 1560, was hij actief als arts in de stad en bekleedde meerdere keren het schepenambt in 1584, 1586, 1588 en 1590.
In zijn huwelijk met Maria Veen (dochter van Cornelis Dirksz Veen, alias Moij Pelser) kreeg hij ten minste twee zoons:
- Nijclaes (Claes) Jansz Carbasius, die op 1 januari 1612 huwde met Marij Dirx. (zie generatienummer 6).
- Thomas Jansz Carbasius, die op 15 juli 1612 huwde met Wijntgen Willems en stierf in 1624.
De Zesde Generatie: Claes Jansz Carbasius (ca. 1590 – …)
Zoon van Jan Claasz Carbasius (voorheen Seylmaker). Over zijn leven is weinig bekend, maar uit archiefstukken blijkt dat Nijclaes Jansz Carbasius, jongeman uit Hoorn, op 1 januari 1612 trouwt met Marij Dirx (Braller), eveneens uit Hoorn.

Kinderen van Claes Jansz Carbasius
Hij kreeg minstens vier kinderen:
- Dirk (Theodorus) Klaasz Carbasius (1619–1681)
Geboren op 2 april 1619, overleden op 22 december 1681.
Beroepshalve actief als bierbrouwer in Haarlem, commies bij de Gecommitteerde Raden, en kunstschilder. In 1645 trouwt hij met Maria D’Assonville en vestigt zich als schilder in Haarlem. Tevens werd hij mede-eigenaar van de bierbrouwerij “de Bril” in Haarlem. Samen kregen ze zoon Nicolaas Dirksz Carbasius. - Geertruijt (Gertruida) Carbasius (ca. 1620)
Haar huwelijk met Claes Willemsz Schellinger vond plaats op 25 januari 1643. Zij kregen twee kinderen: Jan Claasz Schellinger en Vrouwtje Klaas Schellinger. - Maria Carbasius (ca. 1625)
Zij trouwde op 2 augustus 1654 met Boethius van Elsland, een advocaat uit Hoorn. Hun kinderen waren:- Jan van Elsland (geboren 1658)
- Maria van Elsland (1660)
- Elisabeth van Elsland (1662), die huwde met Albert Cagias
- Nicolaas van Elsland (1664)
Ook Elisabeth Boutius van Elsland, vermeld in november 1714, was hun erfgename. Zij wordt in dit testament beschreven als nicht van Vrouwtje Klaas Schellinger, Geertje Hendricks Bourgonje, en Nicolaas Dirksz Carbasius.
- Margrietje Carbasius (ca. 1629)
Zij trouwde op 30 augustus 1654 met Hendrik Burgonje (zie generatienummer 7).
De Carstijns Capellerije (vicarie van de Heilige Drie Koningen)

Op 4 september 1487 sticht een welgestelde vrouw genaamd Vrouwe Karstijns een Capellerije (een kapel) in de Grote Kerk in Hoorn. In deze tijd is het land nog Rooms Katholiek. Vrouwe Karstijn was verwant aan de Pottebacker familie die later de naam Seylmaker en Carbasius aannam. De familie fungeerde als vicaris van de capellerije. In dit geval betekende dat waarschijnlijk dat ze het beheer hadden over de financiën. Vrouwe Karstijn was zalf de eerste vicaris, en na haar overlijden ging de positie over op de kleinzoon van Jan Pottebacker, genaamd Claes Jans Pottebacker, en later op zijn zoon Jan Claasz Pottebacker, die zich later Jan Claasz Seylmaker noemt (eerste generatie op deze pagina). Jan Claasz Seylmaker studeerde medicijnen in Leiden en in Padua en mocht zich een Doctor in Medicynen noemen. Jan Claasz veranderde Seylmaker in het Latijnse Carbasius. De vierde vicaris was de zoon van Jan Claasz Seylmaker/Carbasius, genaamd Claes Jansz Carbasius.
In 1701, op 23 September, is een schepenakte te vinden in het West-Fries archief waarin verantwoording wordt gegeven voor ontvangsten en uitgaven door de burgemeester van Oosterblokker als beheerder van een vicarielandje aldaar, Brallerswoud geheten. Goedkeuring wordt gegeven door 5 ‘vrunden’ (verwanten) van de insteller van deze vicarie. De genoemde “vrunden” zijn:
- Jan Klaasz Schellinger (zoon van Geertruijt Carbasius),
- Pieter Hendriks, Klaas Hendriks, en Geertje Hendriks Bourgonje (zoons en dochter van Margrietje Carbasius) Geertje Hendriks Bourgonje wordt vertegenwoordigd door haar man Pieter Groot.
- Dirk Klaasz Carbasius.
In de beschrijving in het archief (digitaal) wordt vermeld dat ” Een vicarie is een missenfundatie; een soort vermogen dat dient ter financiering van het lezen van missen. Het fonds waar dit vicarielandje deel van uitmaakte, de vicarie der Heilige Drie Koningen in de Grote Kerk te Hoorn, was gesticht door een lid van de familie Braller te Hoorn.” Het is niet helemaal duidelijk of Vrouwe Karstijns familie was van de Pottebacker familie, de Brasser familie, of beiden.
Het beheer als vicaris gaat over op Claas Jansz Seylmaker/Carbasius (4e vicaris), en dan op Dirck Claesz Carbasius (5e vicaris). In 1681 wordt Jan Claesz Schellinger, neef van Dirck Claesz Carbasius, vicaris (6e vicaris). Na zijn dood gaat de positie over op Nicolaas Carbasius (7e vicaris). In 1688 wordt de positie overgenomen door Claas Bourgonje (8e vicaris), de zoon van Margrietje Carbasius en Hendrik Pietersz Bourgonje, de familie hieronder beschreven.
Zie ook:
- De Carstijns Capellerije – Van sprookje tot werkelijkheid (artikel 200270 uit de bibliotheek Vereniging Oud Hoorn)
- Carbasius en Cartijns Capellerij (artikel 200552 uit de bibliotheek Vereniging Oud Hoorn)
De zevende generatie: Margrietje (Grietje) Carbasius (ca. 1629 – …)
Dochter van Claes Jansz Carbasius, zij huwde op 30 augustus 1654 in Medemblik met Hendrik Pietersz Bourgonje (ook Burgonje, geboren 1631), zoon van Pieter Gerritsz Bourgonje en Trijntgen Heijndricx.

Margrietje vestigde zich in Medemblik, waar hun kinderen werden geboren en gedoopt in de Sint-Nicolaaskerk, met vaak alleen de vader vermeld in de registers:
- Marijtjen Bourgonje – gedoopt 19 december 1655
- Marijtjen Bourgonje – gedoopt 12 februari 1659; later huwde ze met Cornelis Jacobsz de Jong, met wie ze een zoon Jacob de Jong (geboren 1682) kreeg.
- Pieter Bourgonje – gedoopt 9 april 1662
- Klaas Bourgonje – gedoopt 4 mei 1664; getuige: Trijn Hendricks. Hij trouwde later met Marijtje Roosterman.
- Trijntje Bourgonje – gedoopt 21 juli 1666; getuige: Trijntje Heindriks. In de doopakte wordt moeder Margrietje aangeduid als ‘Grietje Claas Verbasius.’
- Cornelis Bourgonje – geboren 30 mei 1669; doopheffer: Vroutjen Schellingers.
- Geertje Bourgonje – geboren 19 oktober 1672; doopheffer: Vroutje Schellingers. Op 14 december 1697 trouwt Geertje met Pieter Groot. Uit dit huwelijk werden geboren: Lijsbet Groot (1698), Hendrick Groot (1700), en Grietje Groot (1702)
- Johannes (Jan) Bourgonje – geboren 18 september 1675; doopheffer: Vroutjen Schellingers.
- Thomas Bourgonje – geboren 20 april 1678; doopheffer: Vroutjen Schellingers.
De achtste generatie: Klaas Bourgonje (1664 – …)
Zoon van Margrietje en Hendrik. Hij trouwde – vermoedelijk in Medemblik – met Marijtje Roosterman. Hun kinderen:
- Jan Bourgonje (1698–1782), doopgetuige Soutjen Jacobs; Trouwt op 27 september 1732 in Medemblik met Alarda Groot (Volgt in 9)
- Grietje Bourgonje (1700–?), doop getuige was Geertje Bourgonjens
- Breghje Bourgonje (1703–?), doopgetuige Soutjen Jacobs
De negende generatie: Johannis “Jan” Bourgonje (1698–1782)
Zoon van Klaas Bourgonje en Marijtje Roosterman, hij trouwde op 27 september 1732 in Medemblik op 34-jarige leeftijd met Alarda Groot (1698–?), dochter van Pieter Groot en Geertje Bourgonje. Jan was weduwnaar toen hij hertrouwde; zijn eerste vrouw is onbekend, net als eventuele kinderen uit dat eerste huwelijk. Alarda Groot was de dochter van Pieter Groot en Geertje Bourgonje. Dus Jan en Alerda waren neef en nicht van elkaar.

Kinderen met Alarda Groot:
- Claas Bourgonje (1731–1734), Jong overleden
- Claas Bourgonje 1734
- Trouwt met Neeltje Piers; Kinderen Alarda Petronella (1767), overleden 1 maand oud, Jan Bourgonje (1769-1837)
- Geertruij Bourgonje 1735, Jong overleden
- Geertruij Bourgonje 1737–
- Marijtje Bourgonje 1740, Jong overleden
- Marijtje Bourgonje 1742–
- Petronella Bourgonje 1744–1764, overleden op 20-jarige leeftijd. Ongehuwd.
- Margaretha Bourgonje 1747–1787
- Trouwt 1. met Gerrit Cloeck en 2. met Barend Groenendijk (Volgt in 6)
De tiende generatie: Margaretha Bourgonje 1747-1787
Dochter van Jan Bourgonje en Alarda Groot, Margaretha trouwt op 7 Aug 1768 in Alkmaar met Gerrit Cloeck, de zoon van Jan Kloek en Willemijntje Klimmer. Margaretha en Gerrit Cloeck krijgen 4 kinderen:
- Alarda Kloek (1769–1819) Trouwt op 23 Nov 1788 in Alkmaar met Jan Andries Stolze
- Kinderen: Jan Casparus Stolze (1789)
- Willemina Kloek (1771–1814) Trouwt op 2 december 1793 in Limmen met Coenraad Colmschate, predikant.
- Jan Kloek (1773–?) Trouwt op 20 juli 1794 in Alkmaar met Guurtje Boom.
- Kinderen: Gerrit Kloek (1795), Margaretha Cloeck (1797), “naamloos” Kloek (1798), Jan Boom Cloeck (1802), Simon Willem Kloek (1805), Willemina Allerda Kloek (1807–1808), Wilhelmina Cloeck (1811–1848), Gerardus Kloek (1813)
- Willem Kloek (1775–1855) Trouwt op 5 januari 1794 in Oosthuizen met Trijntje Muusdr Stammis (Volgt in 11)
Op 6 februari 1777 komt Gerrit Cloeck te overlijden op 30-jarige leeftijd. Margaretha trouwt voor een tweede maal op 14 maart 1779 in Alkmaar met Barend Groenendijk. Uit dit huwelijk komen nog meerdere kinderen voort. Van de 7 kinderen, behaalt er echter maar een van de kinderen de volwassen leeftijd.
- Susanna Groenendijk (1779–1788), overleden 9 jaar oud
- “naamloos“ Groenendijk (1781), dood geboren
- Jan Groenendijk (1782), 11 dagen oud overleden
- Jan Groenendijk (1783–1856). Ongehuwd. Overlijden wordt aangegeven door een neef genaamd Simon Blom, die apotheker van beroep is.
- Maria Petronella Groenendijk (1785–1789), 5 jaar oud
- “naamloos“ Groenendijk (1786) , dood geboren
- Maarten Groenendijk (1786), 0verleden 18 dagen oud
Bij het overlijden van Margaretha staat in het kerkboek vermeld: Huisvrouw van Barend Groenendijk 10 gld. en 18 st. Margaretha laat 7 minderjarige kinderen na. In 1787 zijn dat Alarda Kloek (18 jaar), Willemina Kloek (16 jaar), Jan Kloek (14 jaar), Willem Kloek (12 jaar), Susanna Groenendijk (8 jaar), Jan Groenendijk (4 jaar) en Maria Petronella Groenendijk (2 jaar). Baren Groenendijk hertrouwt in 1790 met Eefje Bakker een jonge dame uit Jisp.
De elfde generatie: Willem Kloek 1775-1855
Zoon van Margaretha Bourgonje en Gerrit Cloeck. Zie Cloek Familie voor meer informatie over de Kloek/Cloek Familie